Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar de Heere heeft mij [62]bijgestaan, en [63]heeft mij bekrachtigd; [64]opdat men door mij ten volle zou verzekerd zijn van de prediking, en [65]alle heidenen [dezelve] zouden horen. En ik ben [66]uit de muil des leeuws verlost. 62. Namelijk met de genade zijns Geestes, gelijk hij beloofd heeft, Luk.21:14,15. Of, heeft gestaan bij mij, gelijk Hand.27:23, en mij vertroost en versterkt. 63. Namelijk met wijsheid, voorzichtigheid en kloekmoedigheid. 64. Of, opdat door mij de prediking vervuld zou worden. Zie vs.5. 65. Dat is, opdat ik nog tijd en gelegenheid zou hebben om het Evangelie onder de heidenen, wier apostel ik ben, Rom.11:13, verder te verbreiden. 66. Dat is, uit een groot en tegenwoordig gevaar des doods, gelijk daarin zijn degenen, die reeds in den muil en de kaken van een wreden leeuw zijn geraakt, Ps.22:22, en Ps.58:7. Anderen verstaan door den leeuw den keizer Nero, die om zijn wreedheid zo wordt genoemd, gelijk doorgaans de tirannen en vijanden der Kerk, Ps.35:17, en Ps.91:13; Spreuk.28:15; Jer.2:15, en Jer.4:7. Zo noemt Christus den koning Herodes om zijn loosheid een vos; Luk.13:32.